De hoeveelheid stroom die een lamp gebruikt, wordt gemeten in watts (W). De wattage van een lamp geeft aan hoeveel elektrische energie de lamp verbruikt tijdens het branden. Hoe hoger het wattage, hoe meer stroom de lamp gebruikt.
Hier zijn enkele algemene richtlijnen voor het wattage van verschillende soorten lampen:
- Gloeilampen: Traditionele gloeilampen zijn beschikbaar in verschillende wattages, variërend van bijvoorbeeld 25W tot 100W. Ze worden echter steeds minder gebruikt vanwege hun lagere energie-efficiëntie in vergelijking met andere typen lampen.
- Halogeenlampen: Halogeenlampen hebben een vergelijkbaar wattagebereik als gloeilampen, maar ze zijn over het algemeen iets efficiënter en hebben een langere levensduur.
- Spaarlampen (CFL): Compacte fluorescentielampen (spaarlampen) gebruiken aanzienlijk minder wattage voor dezelfde hoeveelheid licht. Typische spaarlampen variëren van ongeveer 5W tot 20W.
- LED-lampen: LED-lampen zijn zeer energiezuinig en hebben het laagste wattage voor dezelfde lichtopbrengst. Ze kunnen variëren van 2W tot 20W of meer, afhankelijk van het type en de helderheid.
Om de stroom te berekenen die een lamp verbruikt, kun je de formule gebruiken:
Stroom (in Ampeˋre)=Vermogen (in Watt)Spanning (in Volt)Stroom (in Ampeˋre)=Spanning (in Volt)Vermogen (in Watt)
In een standaard huishoudelijke situatie waar de spanning meestal 230 volt is, kun je deze formule gebruiken om de stroom in ampère te berekenen op basis van het wattage van de lamp. Bijvoorbeeld, een 60W lamp op 230V zou ongeveer 6023023060 ampère verbruiken.